Op het erf van het Taman Prasasti Museum heerst een rustgevende stilte. Ofschoon het museum in hartje Jakarta ligt, is er van het verkeerslawaai, waar de Indonesische hoofdstad zo bekend om staat, niets te merken. Wat je hier hoort is insectengezoem. Zodra je het erf oploopt, word je ontvangen door een legertje muggen. Een koets, oude graven en standbeelden staan beschut onder bomen.

Museum Taman Prasasti ligt in het centrum van de Indonesische hoofdstad Jakarta. Het is een voormalige begraafplaats, gebouwd ten tijde van het Nederlandse koloniale gezag. De plek diende oorspronkelijk als laatste rustplaats voor Nederlanders van goede komaf.

Laatste rustplaats voor Nederlanders van gegoede komaf.

Laatste rustplaats voor belangrijke personen


Taman Prasasti is officieel geopend in 1797. Maar al vanaf 1795 werden hier mensen begraven. Verschillende belangrijke personen hadden hier hun laatste rustplaats gevonden, waaronder J.H.R. Kohler, de Nederlandse Majoor-Generaal die Aceh probeerde te veroveren; F.H. Roll, oprichter van de beroemde STOVIA (School tot Opleiding van Inlandsche Artsen).

Maar ook Olivia Mariamne Raffles – de eerste vrouw van de Britse gouverneur-generaal Thomas Stamford Raffles - ligt hier begraven.

Grafsteen van de eerste vrouw van gouverneur-generaal Thomas Stamford Raffles.

De begraafplaats met een oppervlakte van 5,9 hectare, stond toentertijd bekend als Kebon Jahe Kober en was gesitueerd aan de Kerkhoflaan.

Epidemie in Batavia


De begraafplaats werd gebouwd om plaats te bieden aan het groeiende aantal doden als gevolg van een epidemie die was uitgebroken in Batavia.

Het kerkhof behorende bij de Nieuwe Hollandsche Kerk, wat tegenwoordig het Wayang-museum is, bood niet voldoende plaats meer om doden te begraven. Een aantal grafstenen is vervolgens overgeplaatst naar Kebon Jahe Kober.

De begraafplaats stond toentertijd bekend als Kebon Jahe Kober .

Nadat Indonesië de onafhankelijkheid had uitgeroepen in 1945, werd Kebon Jahe Kober gebruikt als christelijke begraafplaats.

Van 5,9 naar 1,3 hectare


Dertig jaar later, in 1975, werd de begraafplaats gesloten. Een deel van het terrein moest plaatsmaken voor de bouw van het kantoor van de burgemeester van Centraal Jakarta. Op verzoek van de lokale regering, werden grafkisten overgeplaatst naar begraafplaats Menteng Pulo (Centraal Jakarta)  en Tanah Kusir (Zuid-Jakarta). Sommige grafkisten werden meegenomen door familieleden.

Veel grafstenen, sculpturen en beelden werden tijdens de bouw van het kantoor verwijderd of raakten beschadigd. Van de oorspronkelijk 5,9 hectare oppervlakte van de begraafplaats, bleef slechts 1,3 hectare over.

Van de oorspronkelijk 5,9 hectare oppervlakte, bleef slechts 1,3 hectare over.

Op 9 juli 1977 werd de begraafplaats officieel als museum geopend. Het museum kreeg de naam Taman Prasasti en werd ingewijd door de toenmalige gouverneur van Jakarta, Ali Sadikin.

Praktische informatie


De makkelijkste manier om bij het Taman Prasasti museum te komen, is met eigen vervoer of met de (online) taxi. Natuurlijk kun je ook gebruik maken van het openbaar vervoer. Dit kan met de Trans Jakarta (busway) van Blok M naar Kota. Of met de mikrolet (blauwe minibusjes) van Tanah Abang richting Kota.

Ingang van Museum Taman Prasasti.