Qua afkomst heeft hij geen enkele band met Indonesië. Olivier Johannes Raap bezocht het land voor het eerst in 1998, maar voelde zich er niet direct thuis. Na een tweede bezoek in 2000, kreeg hij echter de smaak te pakken. Nog vele reizen zouden volgen.

"Mijn vader is Amsterdammer, mijn moeder komt uit Frankrijk, en ik heb qua afkomst geen enkele band met Indonesië", vertelt Olivier aan Indonesiënu. In 1998 bezocht hij voor het eerst Indonesië, als toerist. Hij was toen 35 jaar oud.

Geen toerist maar gast


Vanwege de economische en politieke chaos destijds, en de onvermijdelijke cultuurschok, voelde hij zich er niet direct thuis. Maar na een tweede bezoek in het jaar 2000 kreeg Olivier de smaak te pakken. Nog vele reizen zouden volgen en gaandeweg groeide zijn belangstelling voor vooral Java, waar hij zich geen toerist voelde, maar gast.

Java heeft volgens Olivier ook de mooiste cultuur, indrukwekkendste landschappen, en interessantste geschiedenis van het land. "Inmiddels heb ik aan Java mijn hart verpand, en beleef er veel genoegen aan om me te verdiepen in haar taal, cultuur en geschiedenis."

Indonesische taal


Vanaf 2002 heeft Olivier de Indonesische taal geleerd. "Niet aaneen maar langzaamaan in stapjes, door door de jaren heen af en toe een cursus uit te zoeken met een docent die me beviel. Als het cursusaanbod mij niet naar de zin was, wachtte ik soms een half jaar tot ik weer verder kon bij een goede leraar."

Na enkele cursussen bij de volksuniversiteit heeft Olivier les genomen bij het Instituut Indonesische Cursussen te Leiden.

Javaanse taal


Vervolgens nam hij privélessen van een docent verbonden aan de Gadjah Mada Universiteit (UGM) te Yogyakarta. Deze docent, die geen Nederlands sprak, verbleef voor onderzoeksdoeleinden enkele jaren in Nederland. "Zijn moedertaal was Javaans, en vanuit het Indonesisch leerde hij mij Javaans met boeken van de serie Ngleluri Basa Jawa", legt Olivier uit.

"Genoemde boeken worden op Java gebruikt in het basisonderwijs, en van dat niveau is dus mijn kennis van de Javaanse taal." Olivier vertelt verder dat hij er veel plezier en profijt van heeft gehad.

Het Java van weleer


Zijn passie en interesse voor Indonesië, en dan met name Java, hebben geresulteerd in twee boeken over Djawa Tempo Doeloe (Het Java van Weleer). De boeken zijn in Indonesië gepubliceerd. In mei 2013 verscheen de titel Pekerdja di Djawa Tempo Doeloe (De kostwinners op het Java van Weleer), over economie en traditionele beroepen, en in november 2013 kwam uit Soeka-Doeka di Djawa Tempo Doeloe (Lief en leed op het Java van weleer), over volkscultuur en tradities rond huwelijk en gezin.



Beide boeken zijn geïllustreerd met oude foto's en prentbriefkaarten uit eigen collectie. "Die heb ik stuk voor stuk bij elkaar verzameld, bijvoorbeeld op verzamelbeurzen, uit tweedehands boekwinkels, en ook website marktplaats bleek een vruchtbaar zoekgebied."

Volgens Olivier zijn zijn boeken door pers en publiek buitengewoon positief ontvangen en de verkoop overtreft alle verwachtingen. Het tweede boek is momenteel bestseller in de winkels, en de oplage van het eerste boek is op. "We wachten op de herdruk, en wachten duurt in Indonesië altijd langer dan in Nederland, zoals u vast weet."


Hierboven een foto uit het Archeologisch Museum van Kediri, waar Olivier op uitnodiging van de historische vereniging van Kediri een presentatie kwam houden over zijn eerste boek. Dit evenement was ook de schrijvende pers niet ontgaan.

"In hun verslaggeving benadrukten zij het verschil met historici uit Nederland die men in Indonesië normaalgesproken alleen op seminars of academische workshops ziet. Men waardeert het dat ik het gewone publiek opzoek en alle lagen van de bevolking bereik. Niet over koloniale politiek of oorlog, maar met de geschiedenis van het dagelijks leven van gewone mensen", aldus Olivier.

Geschiedenis en stedelijke kunst


Intussen heeft de uitgever een nieuw boek bij Olivier besteld waaraan hij nu werkt, en dat eind 2014 moet verschijnen. Dat gaat over de geschiedenis van de stedelijke omgeving op Java. "Dit onderwerp heeft veel te maken met mijn eigen vakgebied, dat is bouwkunde, in tegenstelling tot de twee eerste boeken die gaan over wat men tegenwoordig noemt human interest."


Olivier spreekt en schrijft niet alleen vloeiend Indonesisch. Ook het Javaans gaat hem zeer goed af. Olivier legt uit dat de Javaanse taal haar eigen schrift kent, ook wel genoemd hanacaraka, naar de vijf eerste letters van het Javaanse alfabet: ha, na, tja, ra, ka.

Indonesiënu vroeg Olivier om voor ons, in het Javaans, een klein stukje te schrijven. Hieronder het resultaat, in Latijnse letters die iedereen kan lezen:

Crita aku cilik. - Omahku ana ing desa cilik. Ing buri omah ana lapangan. Sapi karo wedhus seneng mangan suket ing lapangan. Ing buri lapangan ana kali cilik. Ing buri kali ana dalan akeh mobil, trek, lan bis. Sawise sekolaku rampung kancaku padha seneng melu menyang omahku lan dolonan ing lapangan. Aku karo kancaku seneng nyambitake tai sapi menyang dalan. Banjur ana mobil mandheg. Sopir sing nesu banget mudhun saka mobil. Nanging sopir isa ngapa ngapa ora isa nyabrangi kaline. Aku karo kancaku ngguyu ngakak.

Vertaling:
"Een verhaaltje uit mijn kindertijd. - Mijn huis stond in een klein dorp. Achter het huis lag een weiland. Koeien en geiten graasden graag op dat weiland. Achter het weiland lag een sloot. Achter de sloot liep een weg met druk verkeer van auto's, vrachtauto's en bussen. Na schooltijd vonden mijn vriendjes het leuk om mee te gaan naar mijn huis en in het weiland te spelen. Mijn vriendjes en ik hadden er plezier in om koeievlaaien naar de weg te gooien. Toen kreeg een auto een voltreffer. Een erg boze bestuurder stapte uit. Maar hij kon niets doen omdat hij de sloot niet over kon. Mijn vriendjes en ik lagen dubbel."

Foto's: Olivier Raap