Op verzoek van Indonesië geeft Nederland 472 culturele objecten terug. Het gaat om zogeheten roofkunst. Dat zijn voorwerpen die tijdens de koloniale periode onterecht in Nederland zijn beland, via bijvoorbeeld roof of dwang. Een historisch moment, vindt de Nederlandse staatssecretaris van Cultuur en Media Gunay Uslu. 


Staatssecretaris Gunay Uslu spreekt van een historisch moment omdat het de eerste keer is dat Nederland op basis van advies van de commissie Koloniale Collecties objecten teruggeeft die nooit in Nederland hadden moeten zijn. 


Uitgebreid onderzoek


Indonesië vroeg vorig jaar verschillende objecten terug die van groot belang zijn voor dat land. Het Nationaal Museum van Wereldculturen deed daarop, in samenspraak met Indonesië, een uitgebreid onderzoek naar de geschiedenis en de herkomst van de door Indonesië verzochte objecten. De commissie Koloniale Collecties boog zich over de kwestie en heeft mede op basis van dat onderzoek geadviseerd tot teruggave.


De adviezen van de commissie zijn volgens Uslu een mijlpaal in de omgang met collecties uit een koloniale context. Nederland geeft niet alleen voorwerpen terug, het land start een periode waarin er intensiever samengewerkt gaat worden met Indonesië, bijvoorbeeld op het gebied van collectieonderzoek, presentatie en uitwisseling van museumprofessionals. 


10 juli 2023


De eigendomsoverdracht aan Indonesië vindt plaats op 10 juli dit jaar in Museum Volkenkunde. Het gaat om: 


De "Lombokschat" 

De "Lombokschat", bestaande uit 335 objecten die in 1894 tijdens de Lombokoorlog werden buitgemaakt door het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) en later naar Nederland werden meegenomen. Het gaat om gedecoreerde metalen voorwerpen, sieraden, textiel, krissen en diverse siervoorwerpen van onder meer zilver en goud. 


Beelden uit Singasari

Vier beelden uit het tempelcomplex van Singasari nabij Malang op Oost-Java, daterend uit de late 13e eeuw: Durga, Mbakala, Nandicwara en Ganesha. De beelden, waarvan de hoogte varieert van 154 tot 175 cm, zijn gehouwen uit andesiet, een vulkanische steensoort. De objecten hebben een breedte van 86 tot 130 cm, en een diepte van 50 tot 80 cm. Koloniaal bestuursambtenaar Nicolaus Engelhard stuitte in 1802 op het tempelcomplex in Singasari en liet daar beelden weghalen en in de tuin van zijn residentie in Semarang plaatsen. Daarna heeft hij de beelden afgestaan aan het gouvernement, waarna ze naar Nederland zijn verscheept. 


Kris uit Klungkung

De kris uit Klungkung heeft een golvend lemmet met patronen uitgevoerd in diverse metalen. Op de gouden steelring tussen lemmet en greep zijn edelstenen aangebracht. Ook de gebogen gouden greep is met edelstenen ingelegd. De kris werd eind april 1908 door het KNIL buitgemaakt tijdens de puputan (rituele strijd tot het einde) in Klungkung in het zuidoosten van Bali. Een kris is een dolk die vaak wordt gedragen als teken van gezag of waardigheid en waaraan mystieke krachten worden toegeschreven. 


De Pita Maha-collectie

De Pita Maha-collectie omvat een collectie moderne Balinese kunst van 132 objecten, voornamelijk daterend van na 1940, die op Bali bijeen werd gebracht door Rudolf Bonnet, mede-oprichter van het Pita Maha-collectief van Balinese kunstenaars, en Gerard Koopman, hoofd van het Ministerie van Economische Zaken van Oost-Indonesië en mede-eigenaar van een galerie in Sanur. Als eigendom van de door Nederland gecreëerde deelstaat Oost-Indonesië werd de collectie van 1947 tot 1950 tentoongesteld op Bali, Sulawesi, in Nederland en België.  


De door Indonesië verzochte voorwerpen bevinden zich op dit moment in de collecties van het Nationaal Museum van Wereldculturen en het Rijksmuseum. De commissie Koloniale Collecties buigt zich nog over andere verzoeken vanuit Indonesië. Daar wordt later een advies over verwacht. 


Bron: Rijksoverheid
Foto: Nationaal Museum van Wereldculturen