Bij baggerwerkzaamheden in de Straat van Madura zijn schedelfragmenten van de Homo erectus en fossiele resten van dieren gevonden. Wetenschappers zeggen dat deze bijzondere archeologische ontdekking nieuwe inzichten geeft in de leefwereld van de Homo erectus.


Schedelfragmenten


In 2014 en 2015 werd, voor de ontwikkeling van een kunstmatig eiland langs de kust van het Oost-Javaanse Gresik, meer dan 5 miljoen m3 zand gewonnen uit de zeebodem van de Straat Madura ten noorden van Surabaya. Het gewonnen zand bleek rijk te zijn aan versteende resten. 


Meer dan 6000 fossielen werden opgegraven. Onder de vondsten zijn twee schedelfragmenten van de Homo erectus én versteende resten van 36 gewervelde diersoorten. 


Eerste keer


Het is de eerste keer dat wetenschappers fossiele resten hebben opgegraven van de zeebodem tussen de eilanden Madura en Java. De versteende resten vormen bewijs voor leven in het gebied dat Sundaland wordt genoemd - ooit een uitgestrekt laagland dat nu onder de zeespiegel ligt. 


De ontdekking is uniek omdat de opgegraven fossielen op een plek lagen waar nu zee ligt. De vondsten laten maar al te goed zien dat de Indonesische zeebodem rijke archeologische schatten blijkt te herbergen. 


Niet in isolatie


Tot dusver dachten wetenschappers dat de Homo erectus in isolatie leefde op Java. De vondst van de twee schedelfragmenten wijst erop dat de Homo erectus niet alleen de hooglanden van Centraal-Java bewoonde, maar zich ook verspreidde naar de omliggende laaglanden.


Dat deed hij langs de grote rivieren, waar hij schaaldieren, vissen, fruit en zaden consumeerde. 


Genetische uitwisseling


In Sundaland aangekomen, jaagde de Homo erectus, anders dan de Homo erectus op Java, op gezonde, sterke runderen. De Leidse archeoloog Harold Berghuis, betrokken bij het onderzoek, zegt dat we deze leefwijze wel kennen van de modernere menssoorten op het vasteland:  


Het is goed mogelijk dat Homo erectus dit van hen heeft afgekeken. Mogelijk was er dus contact tussen deze groepen, of zelfs genetische uitwisseling.’


Volgens Berghuis komen de fossielen uit een verdronken rivierdal. In de loop van de tijd is dat rivierdal opgevuld met rivierzand. Het materiaal is door onderzoekers gedateerd op ongeveer 140 duizend jaar. 


Geologisch museum Bandung


Het onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met wetenschappers uit Indonesië, Australië, Duitsland en Japan. De bevindingen zijn vorige maand gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Quaternary Environments and Humans, terwijl de collectie is ondergebracht in het geologisch museum in Bandung, West-Java.