Je ontkomt er niet aan bij een bezoek aan Bali: penjor. Ze zijn een opvallend en veelvoorkomed gezicht in het Balinese straatbeeld, met name tijdens de viering van Galungan, een belangrijke feestdag voor de Balinese hindoe-bevolking. 


- Dit artikel is geschreven met medewerking van Ineke Heijstee.


Je ziet ze vaak langs de straten van Bali staan: de penjor. Deze metershoge, sierlijk gebogen bamboestokken, mooi versierd met jonge palmbladeren, fruit, en andere dingen uit de natuur, kunnen niet los worden gezien van het eiland. 


Symbolische betekenis


Met hun gebruikelijke hoogte van tien meter symboliseren de bamboestokken de hoogste berg van Bali: gunung Agung. De versieringen aan de stokken vertegenwoordigen overvloed en vruchtbaarheid. 


De Balinezen geloven dat de Agung de woonplaats is van de goden en menen daarom dat de berg heilig is. De penjor zijn dus bedoeld als een uiting van dankbaarheid voor de overvloedige oogst en alle andere geschenken uit de natuur die door de goden zijn geschonken, waarbij de Agung wordt gezien als de bron van deze welvaart.  


Aan de voet van de penjor vind je vaak uit palmbladeren gevlochten mandjes met daarin offers die bestaan uit rijst, fruit, bloemblaadjes, wierookstokjes en soms wat muntgeld, als gebaar van dankbaarheid.




Soorten penjor


Op Bali wordt onderscheid gemaakt tussen twee soorten penjor:

  1. Penjor voor ceremonies: versierde bamboestokken die worden geplaatst in verband met religieuze ceremonies of feestdagen, zoals tijdens de viering van de belangrijke Balinese feestdagen Galungan en Kuningan.
  2. Penjor Pepenjoran of decoratieve penjor: versierde bamboestokken die op elk moment geplaatst kunnen worden. Ze hoeven geen verband te houden met religieuze ceremonies of feestdagen, maar zijn puur bedoeld als decoratie.


Galungan en Kuningan


Galungan is een belangrijke feestdag voor de Balinese hindoe-bevolking, die elke 210 dagen plaatsvindt volgens de Balinese kalender. Tijdens Galungan wordt de overwinning gevierd van het goede (Dharma) over het kwade (Adharma). De Balinezen geloven dat tijdens Galungan de geesten van hun voorouders naar de aarde afdalen om daar hun families te zegenen. 



Tien dagen na Galungan vindt op Bali een andere feestdag plaats, namelijk Kuningan. Op deze dag keren de geesten van de voorouders die naar de aarde zijn neergedaald om hun families te bezoeken, weer terug naar hun eigen wereld. Kuningan begint vroeg in de ochtend en moet voor het middaguur eindigen, omdat de geesten van de voorouders vóór het middaguur de aarde verlaten. 


Kuningan markeert het einde van de Galungan-festiviteiten en vormt een diep spiritueel moment voor de Balinezen om dankbaarheid te uiten, te bidden voor veiligheid en een harmonieuze relatie met hun voorouders en de goden te onderhouden.



Lang de straat bij hun huis


Vlak voor Galungan plaatsen de Balinezen penjors langs de straat bij hun huis. Vaak worden de penjors door de Balinezen zelf gemaakt, maar ze kunnen ook kant en klaar gekocht worden. De prachtige, torenhoge penjors op de foto’s in dit artikel stonden bij de tempel Pura Agung Petilan Kesiman in Denpasar. Hier worden regelmatig competities voor de mooiste penjor gehouden tussen verschillende banjars (wijken) en organisaties.


Aan het eind van de hele reeks ceremonies worden de penjors weggehaald, gereinigd en verbrand.


Foto's: Ineke Heijstee