Een rechtbank in Jayapura, Papua, heeft een rechtszaak afgewezen die door de Awyu-stam was aangespannen tegen een palmoliebedrijf. Als gevolg daarvan loopt deze inheemse stam, die in de regio Boven Digoel leeft, het risico grote stukken voorouderlijk bos te verliezen. 


Afhankelijk van het bos


De Awyu-stam, die ongeveer 20 duizend leden telt, is voor zijn levensonderhoud afhankelijk van het bos. Het bericht dat het Maleisische palmoliebedrijf PT Indo Asiana (PT IAL) hun leefgebied wilde omvormen tot oliepalmplantages werd dus niet warm ontvangen. 


In maart dit jaar spande de stam een rechtszaak aan tegen PT IAL. De leden van de stam eisten stopzetting van de activiteiten van het bedrijf in hun leefgebied. 


Juiste vergunningen


Acht maanden later oordeelde de rechtbank dat het Maleisische palmoliebedrijf zijn activiteiten mag voortzetten omdat het bedrijf over de juiste vergunningen beschikt. Volgens een coalitie ter bescherming van inheemse bossen van Papua maakt het oordeel van de rechtbank de weg vrij voor de ontginning van meer dan 39 duizend hectare inheems bosgebied. 


In een verklaring zei de coalitie die uit verschillende natuurbeschermingsorganisaties bestaat dat de beslissing van de rechtbank slecht nieuws betekent voor de Awyu-stam. De hoop op het behoud van hun leefgebied, cultuur en manier van leven, lijkt steeds kleiner te worden. 


Miljardenindustrie


Palmolie is een miljardenindustrie in Indonesië, 's werelds grootste producent en exporteur van de grondstof die in veel producten wordt gebruikt: van chocoladepasta tot cosmetica.


Eerder deze maand maakte de Indonesische regering nog bekend naar verwachting 200 duizend hectare oliepalmplantages te vervangen door bos. Het gaat om plantages op land dat door de regering is aangemerkt als beschermd bosgebied.